maandag 10 juni 2013

Pesten VS cyberpesten



Studenten
 
Tutorgroep
Regiodocent Datum
Bezoeker
assesment:
Ramona Hertsworm
Anoek Broens
Minor Media pedagogiek
Marjolein
17 april 2013

Marjolein
Praktijkschool
Mentor
Stagegroep
Aantal leerlingen            
De Tjalk
-
6 en 7
Tussen 25 en 30 leerlingen

 

1.    LEERPUNTEN (waar ik voor mezelf aan wil werken)

 
Leerpunt
betrek hier ook je semesterplan en je evaluaties van je vorige lessen bij
Hoortbijcompetentie
(vanuito.a. de media pedagogiekhandleiding)
1.
Ramona en Anoek:
-       Ook zorg ik voor een goede balans tussen leiden, begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren.
-       Tijdens deze les zorg ik voor een prettige en open sfeer, zo stimuleer ik zelfstandigheid, en samenwerking bij kinderen, door o.a. gebruik te maken van coöperatieve werkvormen.
-       Aan het eind van de les neem ik een enquête bij de kinderen af, waarin hun behoeftes naar voren komt op het gebied van cyberpesten en de media van nu.
Interpersoonlijk competent
2.
Ramona en Anoek:
-       Ik draag tijdens deze les bij aan de morele ontwikkeling van het kind ten aanzien van veilig gebruik van internet.
aanvulling: Ik ben goed voorbereid voor de les van 17 april, m.b.t. het onderwerp pesten/cyberpesten en heb hiervoor, samen met een medestudent, een film over gemaakt. (dat ter discussie wordt gesteld).
Pedagogisch competent
3.
Ramona en Anoek:
-       Tijdens deze les draag ik bij aan de mediawijsheid van kinderen op een passende manier (bij ontwikkelingsfase).
-       Tijdens mijn les maak ik gebruik van prezi en een zelfgemaakt filmpje.
Vakinhoudelijk didactisch
4.
Ramona en Anoek:
-       Tijdens deze les werk ik vraaggericht en flexibel.
-       Tijdens mijn les maak ik gebruik van prezi en een zelfgemaakt filmpje.
Organisatorisch
5.
Ramona:
-       Tijdens dit project lever ik een goede bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instelling in de omgeving van de school (Opdrachtgever, Anoek Broens en Barbra Matton)
Anoek:
-       Tijdens dit project lever ik een goede bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instelling in de omgeving van de school (Opdrachtgever, Ramona Hertsworm en Barbra Matton)
Ramona en Anoek:
-       Ook treed ik tijdens dit proces initiatiefrijk op naar mijn medestudenten en zorg voor een eerlijke taakverdeling.
Samenwerken met de omgeving
6.
Ramona:
-       Na afloop van de les reflecteer ik (eerlijk) op mijn op de door mij vooraf gestelde doelen, kennis, kunnen en optreden tijdens de les.
Reflectie en ontwikkeling

2.    VERANTWOORDING (waarom ik deze les ga geven)

Onderwerpvan de les
Cyber pesten
 
Voor de minor media pedagogiek moeten wij 5 activiteiten uitvoeren met kinderen. Ook moeten wij een onderzoek doen. Ons lijkt ‘cyber pesten’ een heel interessant en actueel onderwerp om meer informatie over te vinden.

Daarnaast zijn wij twee vroeger ‘gepest’.

De leerkrachten van nu komen steeds meer in aanraking met het internet, maar voor kinderen kan het benaderen van de leerkracht, wat betreft dit onderwerp, hoogdrempelig zijn i.v.m. hun onwetendheid.
Vakgebied
Socialevaaridgheden
ontwikkeling.

 
·          Lesdoelen (wat kunnen, kennen en/of weten de kinderen aan het einde van mijn les?)

 
Lesdoel
Concreet beschrijven (lesdoelen nummeren)
Koppeling aan het
(de) volgende kerndoel(en)
 
Koppeling aan de volgende:
- theorie en/of
- kennisbasis-begrippen
Kennis =
weten
De kinderen weten aan het eind van de les het verschil uit te leggen tussen pesten op het schoolplein en het pesten over internet.
 
 
Vaardigheden = kunnen
De kinderen kunnen aan het eind van de les, een ieder, een mening vormen en uiten (op papier) over het onderwerp cyber pesten/pesten.
 
 
Attitude = houding
Ieder kind neemt, tijdens deze les, een actieve houding aan, doet mee en draagt een eigen bijdrage op zijn/haar niveau.
 
 

 

·          Leeropbrengst

 
Lesdoel
Noteer het nummer van je lesdoel
Hoe stel ik vast of het lesdoel behaald is?
Kennis
1
Door het werkblad aan het eind en de enquête zal duidelijk worden of de kinderen dit verschil kinnen uitleggen.
Vaardigheden
2
Dit doel wordt tijdens de les al deels gecontroleerd (tijdens de discussie) en deels in het werkblad.
Attitude
3
De kinderen zijn ieder op een ander niveau, wat betreft dit onderwerp. In ons werkblad kunnen de kinderen op hun eigen niveau de vragen beantwoorden.
Door de discussie te voeren, hopen we iedereen een keer aan bod te laten komen.

 

·          Beginsituatie

Op welke wijze sluiten het onderwerp en de inhoud van mijn les aan op de belevingswereld van de kinderen?
 
ICT is van deze tijd. Pesten is van alle tijden.
Cyberpesten is de problematiek van deze tijd.
Het sluit dus goed aan op de belevingswereld van de kinderen omdat die er in het dagelijks leven veel mee in aanraking komen.
Wat kunnen, kennen en/of weten de kinderen al wat betreft de leerinhoud van mijn les?
De kinderen zitten al veel achter de computer. En weten hun weg op internet te vinden.
De kinderen kennen het begrip pesten.
Omdat dit een vrij nieuw onderwerp is zullen we de beginsituatie tijdens een oriënterend begingesprek vaststellen.

 

  1. DIDACTIEK (hoe ik deze les ga geven)

    1. In mijn les kies ik voor het (de) volgende didactische model(len)

O Directe InstructieModel (DIM)

O vijf stappenplan (DMW)

O vijf didactische impulsen

O V.E.S.I.T.-model

V anders, namelijk: _______________________________________

 

·          In mijn les bereik ik de lesdoelen het beste door de volgende werkvorm(en):

V interactievorm         (Vraag en antwoord/spel)

V instructievorm         (Ik leg aan maat en basis de opdrachten uit)

V opdrachtvorm         (Elke groep krijgt opdrachten op niveau)

O spelvorm                (breuken familie)

O anders, namelijk: _______________________________________

 

·          Bij mijn gekozen werkvorm kies ik voor de volgende groepingsvorm(en):

V klassikaal                (Horizontaal, iedereen doet mee op gelijk niveau)

O kring

V in groepen van 3-4 kinderen (voorkennis opschrijven en delen)

O in tweetallen          

V individueel               (Opdracht, tempo differentiatie)

 

·          Differentiatie in mijn les

Differentiatievorm
Wat doe ik concreet binnen deze differentiatievorm?
Denk hierbij ook aan het groepshandelingsplan/ individuele handelingsplannen
Tempo        
Er wordt horizontaal les gegeven, maar wel ingegaan op de interesse van het kind.
Tijdens het werkblad en enquête zal er in tempo worden gedifferentieerd. Zo zal er voor de kinderen die snel klaar zijn een extra opdracht klaar liggen. (logo maken tegen pesten)
Niveau        
De les wordt aan de hele groep gegeven en tijdens deze lessen zullen we ons taal gebruik aanpassen aan de niveau van de klas en het individuele kind (bij het stellen van vragen).
Leerstijl          
Klassikaal
Interesse
De kinderen hebben allemaal wel eens een vorm van pesten meegemaakt of gezien, dit onderwerp komt daarom heel dichtbij. Iedereen heeft er een ervaring mee.. Deze gaan wij (als het kan) delen in de groep.

 


  1. ORGANISATIE  

Vooraf
Watmoetikklaarleggen?
Prezi/PP
Werkbladen (aantal van de kinderen)
Filmpje (zelfgemaakt)
Les voorbereiding (vragenlijst)
Placemat (coöperatieve werkvorm)
Waar kunnen de kinderen spullen zelf pakken?
Potlood
Waar leggen de kinderen hun producten neer?
Op hun tafel. Of waar op dat moment gezegd wordt.
Tijdens
Wissel ik van opstelling tijdens de les?
Er is geen wisseling.
Na afloop
Wie ruimt wat op?
Iedereen ruimt zijn/haar spullen zelf op.
Waar en hoe gaan de kinderen zitten voor de volgende les?
De kinderen blijven op hun eigen plek zitten.
Extra werk
Wat kunnen de kinderen doen die eerder klaar zijn met mijn les?
De kinderen kunnen na afloop een eigen loge maken tegen pesten.



  1. LESVERLOOP (wat ik ga doen in deze les)

Directe InstructieModel
1. terugblik
2. oriëntatie
3. uitleg
4. begeleide oefening
5. zelfstandigeverwerking
6. evaluatie
Vijf stappenplan
1. introductie/ confrontatie
2. spontane verkenning
3. onderzoek en resultaten vastleggen
4. rapportage/ communicatie
5. verbreding of verdieping
Vijf didactische impulsen
1. oriënteren
2. structureren en verdiepen
3. verbreden
4. toevoegen
5. reflecteren
V.E.S.I.T.
1. voorstructureren
2. ervaringen
3. structureren
4. inzoomen
5. theorie

 

Lesfase
 
In deze kolom noem ik afzonderlijk alle lesfasen van het gekozen didactische model
Tijd
 
Per fase geef ik aan hoe veel tijd ik hier voor neem
Activiteit
 
Hier noteer ik per fase wat ik wil gaan doen en wat de kinderen gaan doen tijdens mijn les.
 
 
Om per fase aan te geven in welke mate deze leerkrachtgestuurd en/of kindgestuurd is, plaats ik een x op de lijn
Bordgebruik
 
Hier geef ik per fase aan of en hoe ik het bord ga gebruiken.
- Wat noteer ik op het bord?
- Hoe gebruik ik het whiteboard? - - Waarvoor gebruik ik het digitale    schoolbord?
 
Materiaalgebruik
Hier geef ik per fase aan hoe ik het materiaal inzet
+/-
NA de les vul ik in wat goed (+) en minder goed (-) ging
Intro.
2 min.
Voorstellen van onszelf
PowerPoint/prezi
Digibord.
 
Terugblikken
 
 
 
 
5 min.
Doel vaststellen:
1)     In deze les leren we het verschil tussen pesten op het schoolplein en pesten op het internet en hier een mening over te vormen.
2)     In deze les hebben we respect voor elkaar, laten we elkaar uitspreken, lachen we elkaar niet uit en luisteren naar elkaars verhaal.
 
PowerPoint
Digibord.
 
Oriëntatie/
voorkennis activeren
 
 
 
 
 
15 minuten.
Wat weet je al?
5  minuten in hun tafelgroep: woorden web maken. (coöperatieve werkvorm)

Door draaien van blad. Kijken naar wat het andere groepje heeft opgeschreven en aanvullen waar nodig.

Gezamenlijk woorden web op het digibord uitwerken (evt. vragen stellen, waarom heb je dat opgeschreven? Kun je een voorbeeld noemen).
A4 of A3 Papier (per tafelgroepje)
Potloden.
Digibord.
 
Begeleide
inoefening
 
 
 
20 minuten.
Filmpje laten zien. +/- 8 minuten.
Aan de hand van het filmpje gaan we een discussie voeren.

Filmpje
 
 
Zelfstandige
verwerking
 
 
 
 
10 minuten
De kinderen gaan zelfstandig een werkboekje maken.

Klaar opdracht: Het maken van een logo tegen pesten.
Werkboekje
potlood

 
Evaluatie
Terugblik/
vooruitblik.
 
 
 
8 minuten.
Enquête maken
Klaar? Logo tegen pesten afmaken.

Evalueren.
Wat vond je van deze les?
Hoe denk je nu over pesten?
Enquête
Potlood
 



  1. Zelfevaluatie (hoe ik vind dat mijn les verlopen is)


In het schema van mijn LESVERLOOP (5) geef ik eerst per fase aan wat goed ging (+) en wat minder goed ging (-)
Zie schema LESVERLOOP (5) laatste kolom
 
 
Hoe weet ik dat ik mijn lesdoel(en) behaald heb?
- Welke wel en welke niet?
- Wat zie ik van/bij de kinderen in het proces en het product?
De kinderen wisten aan het eind van de les aan de hand van voorbeelden te vertellen wat het verschil was tussen pesten en cyberpesten.
Door het voeren van discussies heeft een aantal leerlingen openhartig durven spreken over eigen ervaringen.
Daarbij was iedereen geïnteresseerd en deed actief mee.
Hoe komt het dat ik mijn lesdoel(en) niet behaald heb?
Wat is de oorzaak?
Alles is behaald. De kinderen hebben heel erg hun best gedaan!
In hoeverre heb ik mijn eigen leerpunten behaald?
Welke wel en welke niet?
Allereerst was het een zéér geslaagde les. De klas waarin we deze les mochten uitvoeren waren gemotiveerd en deden heerlijk mee.

Ik vind zelf dat ik een goede balans heb kunnen vinden tussen leiden, begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoeken, corrigeren en stimuleren. Dit komt allemaal terug in de discussies die we hebben gevoerd, de groeps,- zelfstandige opdrachten.
De sfeer was heel relaxt. Iedereen deed actief mee. Ik heb gebruikt van verschillende werkvormen waaronder de placemat, een coöperatieve werkvorm en het afnemen van een (digitale) enquête.
Ik heb zeker bijgedragen aan de morele ontwikkeling van de kinderen ten aanzien van veilig internet gebruik. In de gesprekken hebben we duidelijk kunnen maken dat alles wat je online zet daar ook blijft! Het aanmaken van een website vergt diverse veiligheidsmaatregelen zoals bijvoorbeeld het maken van een goed wachtwoord. Dit is duidelijk geworden bleek uit de terugkoppeling van de kinderen.
Ook heb ik gebruik gemaakt van een zelf gemaakt filmpje, die overigens érg goed in de smaak viel bij leerling en leerkracht.
Ik vind zelf (heb dit ook na gevraagd bij Anoek) dat ik een goede partner ben, ik ben initiatief maar geef de ander ook ruimte op ‘haar’ ding te doen.
Na afloop reflecteren heb ik nooit een probleem mee. Ik vind opbouwende feedback erg fijn, zodat ik de les de volgende keer alleen maar beter kan uitvoeren.
 
Hoe komt het dat ik mijn eigen leerpunten niet behaald heb?
Wat is de oorzaak?
Doordat mijn doelen behapbaar waren en realistisch heb ik alle doelen behaald. Wel vind ik zelf dat we de kinderen sneller aan het werk hadden moeten zetten. Dit was ook een puntje van kritiek van de leerkracht.
 
Wat zou ik bij een volgende les anders doen en waarom?
Nog meer afwisselen tussen doen en luisteren. De kinderen dus sneller aan het werk zetten en een goede balans hierin te vinden.
Welke leerpunten neem ik mee naar mijn volgende les?
Bekijk ook je semesterplan!
Dat het een interessante maar ingewikkelde les is en dat de afwisseling tussen doen en luisteren nog meer in balans zou kunnen.
 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten