Studenten
Tutorgroep
Regiodocent
Datum
Bezoeker assesment: |
Ramona
Hertsworm
Anoek Broens
Minor
Media pedagogiek
Marjolein
17 april
2013
Marjolein
|
Praktijkschool
Mentor
Stagegroep
Aantal
leerlingen
|
De
Tjalk
-
6 en 7 Tussen 25 en 30 leerlingen |
1.
LEERPUNTEN (waar ik voor mezelf aan wil werken)
Leerpunt
betrek
hier ook je semesterplan en je evaluaties van je vorige lessen bij
|
Hoortbijcompetentie
(vanuito.a.
de media pedagogiekhandleiding)
|
|
1.
|
Ramona
en Anoek:
-
Ook zorg ik voor een goede balans tussen leiden,
begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en
stimuleren.
-
Tijdens deze les zorg ik voor een prettige en open
sfeer, zo stimuleer ik zelfstandigheid, en samenwerking bij kinderen, door
o.a. gebruik te maken van coöperatieve werkvormen.
-
Aan het eind van de les neem ik een enquête bij de
kinderen af, waarin hun behoeftes naar voren komt op het gebied van
cyberpesten en de media van nu.
|
Interpersoonlijk
competent
|
2.
|
Ramona
en Anoek:
-
Ik draag tijdens deze les bij aan de morele
ontwikkeling van het kind ten aanzien van veilig gebruik van internet.
aanvulling: Ik ben goed voorbereid voor de les van 17 april, m.b.t. het onderwerp pesten/cyberpesten en heb hiervoor, samen met een medestudent, een film over gemaakt. (dat ter discussie wordt gesteld). |
Pedagogisch
competent
|
3.
|
Ramona
en Anoek:
-
Tijdens deze les draag ik bij aan de mediawijsheid van
kinderen op een passende manier (bij ontwikkelingsfase).
-
Tijdens mijn les maak ik gebruik van prezi en een
zelfgemaakt filmpje.
|
Vakinhoudelijk
didactisch
|
4.
|
Ramona
en Anoek:
-
Tijdens deze les werk ik vraaggericht en flexibel.
-
Tijdens mijn les maak ik gebruik van prezi en een
zelfgemaakt filmpje.
|
Organisatorisch
|
5.
|
Ramona:
-
Tijdens dit project lever ik een goede bijdrage aan een
goede samenwerking met mensen en instelling in de omgeving van de school
(Opdrachtgever, Anoek Broens en Barbra Matton)
Anoek:
-
Tijdens dit project lever ik een goede bijdrage aan een
goede samenwerking met mensen en instelling in de omgeving van de school
(Opdrachtgever, Ramona Hertsworm en Barbra Matton)
Ramona
en Anoek:
-
Ook treed ik tijdens dit proces initiatiefrijk op naar mijn
medestudenten en zorg voor een eerlijke taakverdeling.
|
Samenwerken
met de omgeving
|
6.
|
Ramona:
-
Na afloop van de les reflecteer ik (eerlijk) op mijn op
de door mij vooraf gestelde doelen, kennis, kunnen en optreden tijdens de
les.
|
Reflectie
en ontwikkeling
|
2.
VERANTWOORDING (waarom ik deze les ga geven)
Onderwerpvan
de les
|
Cyber
pesten
Voor
de minor media pedagogiek moeten wij 5 activiteiten uitvoeren met kinderen.
Ook moeten wij een onderzoek doen. Ons lijkt ‘cyber pesten’ een heel
interessant en actueel onderwerp om meer informatie over te vinden.
Daarnaast zijn wij twee vroeger ‘gepest’. De leerkrachten van nu komen steeds meer in aanraking met het internet, maar voor kinderen kan het benaderen van de leerkracht, wat betreft dit onderwerp, hoogdrempelig zijn i.v.m. hun onwetendheid. |
Vakgebied
|
Socialevaaridgheden
ontwikkeling.
|
Lesdoel
Concreet
beschrijven (lesdoelen nummeren)
|
Koppeling
aan het
(de)
volgende kerndoel(en)
|
Koppeling
aan de volgende:
- theorie en/of
-
kennisbasis-begrippen
|
|
Kennis
=
weten
|
De
kinderen weten aan het eind van de les het verschil uit te leggen tussen
pesten op het schoolplein en het pesten over internet.
|
||
Vaardigheden
= kunnen
|
De
kinderen kunnen aan het eind van de les, een ieder, een mening vormen en
uiten (op papier) over het onderwerp cyber pesten/pesten.
|
||
Attitude
= houding
|
Ieder
kind neemt, tijdens deze les, een actieve houding aan, doet mee en draagt een
eigen bijdrage op zijn/haar niveau.
|
·
Leeropbrengst
Lesdoel
Noteer
het nummer van je lesdoel
|
Hoe
stel ik vast of het lesdoel behaald is?
|
|
Kennis
|
1
|
Door
het werkblad aan het eind en de enquête zal duidelijk worden of de kinderen
dit verschil kinnen uitleggen.
|
Vaardigheden
|
2
|
Dit
doel wordt tijdens de les al deels gecontroleerd (tijdens de discussie) en
deels in het werkblad.
|
Attitude
|
3
|
De
kinderen zijn ieder op een ander niveau, wat betreft dit onderwerp. In ons
werkblad kunnen de kinderen op hun eigen niveau de vragen beantwoorden.
Door de discussie te voeren, hopen we iedereen een keer aan bod te laten komen. |
·
Beginsituatie
Op
welke wijze sluiten het onderwerp en de inhoud van mijn les aan
op de belevingswereld van de kinderen?
|
ICT
is van deze tijd. Pesten is van alle tijden.
Cyberpesten
is de problematiek van deze tijd.
Het
sluit dus goed aan op de belevingswereld van de kinderen omdat die er in het
dagelijks leven veel mee in aanraking komen.
|
Wat
kunnen, kennen en/of weten de kinderen al wat betreft de leerinhoud
van mijn les?
|
De
kinderen zitten al veel achter de computer. En weten hun weg op internet te vinden.
De
kinderen kennen het begrip pesten.
Omdat
dit een vrij nieuw onderwerp is zullen we de beginsituatie tijdens een
oriënterend begingesprek vaststellen.
|
- DIDACTIEK (hoe ik deze les ga
geven)
- In mijn les kies ik voor het
(de) volgende didactische model(len)
O
Directe InstructieModel (DIM)
O
vijf stappenplan (DMW)
O
vijf didactische impulsen
O
V.E.S.I.T.-model
V
anders, namelijk: _______________________________________
·
In
mijn les bereik ik de lesdoelen het beste door de volgende werkvorm(en):
V
interactievorm (Vraag en
antwoord/spel)
V
instructievorm (Ik leg aan maat en
basis de opdrachten uit)
V
opdrachtvorm (Elke groep krijgt
opdrachten op niveau)
O
spelvorm (breuken familie)
O
anders, namelijk: _______________________________________
·
Bij
mijn gekozen werkvorm kies ik voor de volgende groepingsvorm(en):
V
klassikaal (Horizontaal,
iedereen doet mee op gelijk niveau)
O
kring
V
in groepen van 3-4 kinderen (voorkennis opschrijven en delen)
O
in tweetallen
V
individueel (Opdracht, tempo
differentiatie)
·
Differentiatie
in mijn les
Differentiatievorm
|
Wat doe ik concreet
binnen deze differentiatievorm?
Denk hierbij ook aan
het groepshandelingsplan/ individuele handelingsplannen
|
Tempo
|
Er
wordt horizontaal les gegeven, maar wel ingegaan op de interesse van het
kind.
Tijdens het werkblad en enquête zal er in tempo worden gedifferentieerd. Zo zal er voor de kinderen die snel klaar zijn een extra opdracht klaar liggen. (logo maken tegen pesten) |
Niveau
|
De
les wordt aan de hele groep gegeven en tijdens deze lessen zullen we ons taal
gebruik aanpassen aan de niveau van de klas en het individuele kind (bij het
stellen van vragen).
|
Leerstijl
|
Klassikaal
|
Interesse
|
De
kinderen hebben allemaal wel eens een vorm van pesten meegemaakt of gezien,
dit onderwerp komt daarom heel dichtbij. Iedereen heeft er een ervaring mee..
Deze gaan wij (als het kan) delen in de groep.
|
- ORGANISATIE
Vooraf
Watmoetikklaarleggen?
|
Prezi/PP
Werkbladen (aantal van de kinderen) Filmpje (zelfgemaakt) Les voorbereiding (vragenlijst) Placemat (coöperatieve werkvorm) |
Waar
kunnen de kinderen spullen zelf pakken?
|
Potlood
|
Waar
leggen de kinderen hun producten neer?
|
Op
hun tafel. Of waar op dat moment gezegd wordt.
|
Tijdens
Wissel
ik van opstelling tijdens de les?
|
Er
is geen wisseling.
|
Na
afloop
Wie
ruimt wat op?
|
Iedereen
ruimt zijn/haar spullen zelf op.
|
Waar
en hoe gaan de kinderen zitten voor de volgende les?
|
De
kinderen blijven op hun eigen plek zitten.
|
Extra
werk
Wat
kunnen de kinderen doen die eerder klaar zijn met mijn les?
|
De
kinderen kunnen na afloop een eigen loge maken tegen pesten.
|
- LESVERLOOP (wat ik ga doen in
deze les)
Directe
InstructieModel
1.
terugblik
2.
oriëntatie
3.
uitleg
4.
begeleide oefening
5.
zelfstandigeverwerking
6.
evaluatie
|
Vijf
stappenplan
1.
introductie/ confrontatie
2.
spontane verkenning
3.
onderzoek en resultaten vastleggen
4.
rapportage/ communicatie
5.
verbreding of verdieping
|
Vijf
didactische impulsen
1.
oriënteren
2.
structureren en verdiepen
3.
verbreden
4.
toevoegen
5.
reflecteren
|
V.E.S.I.T.
1.
voorstructureren
2.
ervaringen
3.
structureren
4.
inzoomen
5.
theorie
|
Lesfase
In
deze kolom noem ik afzonderlijk alle lesfasen van het gekozen didactische
model
|
Tijd
Per
fase geef ik aan hoe veel tijd ik hier voor neem
|
Activiteit
Hier
noteer ik per fase wat ik wil gaan doen en wat de kinderen gaan doen tijdens
mijn les.
Om
per fase aan te geven in welke mate deze leerkrachtgestuurd en/of
kindgestuurd is, plaats ik een x op de lijn
|
Bordgebruik
Hier
geef ik per fase aan of en hoe ik het bord ga gebruiken.
-
Wat noteer ik op het bord?
-
Hoe gebruik ik het whiteboard? - - Waarvoor gebruik ik het digitale schoolbord?
Materiaalgebruik
Hier
geef ik per fase aan hoe ik het materiaal inzet
|
+/-
NA de les vul ik in
wat goed (+) en minder goed (-) ging
|
Intro.
|
2
min.
|
Voorstellen
van onszelf
|
PowerPoint/prezi
Digibord.
|
|
Terugblikken
|
5
min.
|
Doel
vaststellen:
1)
In
deze les leren we het verschil tussen pesten op het schoolplein en pesten op
het internet en hier een mening over te vormen.
2)
In
deze les hebben we respect voor elkaar, laten we elkaar uitspreken, lachen we
elkaar niet uit en luisteren naar elkaars verhaal.
|
PowerPoint
Digibord.
|
|
Oriëntatie/
voorkennis
activeren
|
15
minuten.
|
Wat
weet je al?
5 minuten in hun tafelgroep: woorden web
maken. (coöperatieve werkvorm)
Door draaien van blad. Kijken naar wat het andere groepje heeft opgeschreven en aanvullen waar nodig.
Gezamenlijk
woorden web op het digibord uitwerken (evt. vragen stellen, waarom heb je dat
opgeschreven? Kun je een voorbeeld noemen).
|
A4
of A3 Papier (per tafelgroepje)
Potloden. Digibord. |
|
Begeleide
inoefening
|
20
minuten.
|
Filmpje
laten zien. +/- 8 minuten.
Aan
de hand van het filmpje gaan we een discussie voeren.
|
Filmpje
|
|
Zelfstandige
verwerking
|
10
minuten
|
De
kinderen gaan zelfstandig een werkboekje maken.
Klaar opdracht: Het maken van een logo tegen pesten. |
Werkboekje
potlood |
|
Evaluatie
Terugblik/
vooruitblik. |
8
minuten.
|
Enquête
maken
Klaar?
Logo tegen pesten afmaken.
Evalueren.
Wat
vond je van deze les?
Hoe denk je nu over pesten? |
Enquête
Potlood |
- Zelfevaluatie (hoe ik vind dat
mijn les verlopen is)
In
het schema van mijn LESVERLOOP (5) geef ik eerst per fase aan wat goed ging
(+) en wat minder goed ging (-)
|
Zie
schema LESVERLOOP (5) laatste kolom
|
Hoe
weet ik dat ik mijn lesdoel(en) behaald heb?
-
Welke wel en welke niet?
-
Wat zie ik van/bij de kinderen in het proces en het product?
|
De
kinderen wisten aan het eind van de les aan de hand van voorbeelden te
vertellen wat het verschil was tussen pesten en cyberpesten.
Door het voeren van discussies heeft een aantal leerlingen openhartig durven spreken over eigen ervaringen. Daarbij was iedereen geïnteresseerd en deed actief mee. |
Hoe
komt het dat ik mijn lesdoel(en) niet behaald heb?
Wat
is de oorzaak?
|
Alles
is behaald. De kinderen hebben heel erg hun best gedaan!
|
In
hoeverre heb ik mijn eigen leerpunten behaald?
Welke
wel en welke niet?
|
Allereerst
was het een zéér geslaagde les. De klas waarin we deze les mochten uitvoeren
waren gemotiveerd en deden heerlijk mee.
Ik vind zelf dat ik een goede balans heb kunnen vinden tussen leiden, begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoeken, corrigeren en stimuleren. Dit komt allemaal terug in de discussies die we hebben gevoerd, de groeps,- zelfstandige opdrachten. De sfeer was heel relaxt. Iedereen deed actief mee. Ik heb gebruikt van verschillende werkvormen waaronder de placemat, een coöperatieve werkvorm en het afnemen van een (digitale) enquête.
Ik
heb zeker bijgedragen aan de morele ontwikkeling van de kinderen ten aanzien
van veilig internet gebruik. In de gesprekken hebben we duidelijk kunnen
maken dat alles wat je online zet daar ook blijft! Het aanmaken van een
website vergt diverse veiligheidsmaatregelen zoals bijvoorbeeld het maken van
een goed wachtwoord. Dit is duidelijk geworden bleek uit de terugkoppeling
van de kinderen.
Ook heb ik gebruik gemaakt van een zelf gemaakt filmpje, die overigens érg goed in de smaak viel bij leerling en leerkracht. Ik vind zelf (heb dit ook na gevraagd bij Anoek) dat ik een goede partner ben, ik ben initiatief maar geef de ander ook ruimte op ‘haar’ ding te doen.
Na
afloop reflecteren heb ik nooit een probleem mee. Ik vind opbouwende feedback erg fijn, zodat ik de les de volgende keer alleen maar beter kan uitvoeren.
|
Hoe
komt het dat ik mijn eigen leerpunten niet behaald heb?
Wat
is de oorzaak?
|
Doordat
mijn doelen behapbaar waren en realistisch heb ik alle doelen behaald. Wel
vind ik zelf dat we de kinderen sneller aan het werk hadden moeten zetten.
Dit was ook een puntje van kritiek van de leerkracht.
|
Wat
zou ik bij een volgende les anders doen en waarom?
|
Nog
meer afwisselen tussen doen en luisteren. De kinderen dus sneller aan het
werk zetten en een goede balans hierin te vinden.
|
Welke
leerpunten neem ik mee naar mijn volgende les?
Bekijk
ook je semesterplan!
|
Dat
het een interessante maar ingewikkelde les is en dat de afwisseling tussen
doen en luisteren nog meer in balans zou kunnen.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten