donderdag 18 april 2013

Ontwikkeling met betrekking tot deze module


Voorafgaand.
Voor deze minor (en dus deze module) werd ons gevraagd wat wij dachten te gaan leren. Ik antwoordde toen dat ik nog niet zo goed wist wat ik kon verwachten, maar ik hoopte wel dit te kunnen gebruiken in mijn verdere loopbaan straks. Ik ben van mening dat deze module mij hier onder andere bij heeft geholpen. Over veel van de besproken onderwerpen heb ik serieus nagedacht. Deze onderwerpen (zie ook blogs) kun je ook gemakkelijk in de klas bespreken. Hier was ik naar op zoek, een koppeling naar de praktijk… en deze heb ik na mijn idee prima gevonden.

Deze module:
Voor deze module hebben we veel huiswerk gekregen, waar ik zelf niet op had gerekend. In die zin niet, dat ik boeken moest aanschaffen, artikelen moest lezen en filmpjes moest bekijken. Omdat dit niet mijn beeld was bij deze minor, zakte de moet bij mij in de schoenen.

Ik ben niet zo´n vlotte lezer en sommige begrippen vond ik erg lastig. Een aantal van deze begrippen heb ik uitgewerkt in mijn blogs (zie blogs). Deze verwerking hielp mij een beetje om deze woorden een betekenis te geven.
Ik heb in een college aangegeven, tijdens een gesprek over de voortgang van deze minor, dat ik dit erg lastig vind en hierdoor door het bomen het bos niet meer kan zien. Marcel gaf aan dat hij het sterk vond dat ik durfde te melde aan een hele groep. Ook zei hij dat ik in het vervolg eens moest kijken naar wat ik wel al wist en de lastige stukken tekst wat minder streng moest opnemen. Eigen minder hard voor mezelf worden, minder hoge eisen stellen. Iets waar ik erg goed in ben én al een paar keer op ben gewezen. Ik heb dit ´doel´ voor mijzelf meegenomen en dit hielp een hoop bij de stres die kwam kijken bij de hoeveelheid college stof.

Een hoop dingen van deze minor stond dicht bij. Omdat het allemaal actuele onderwerpen waren en met mens en maatschappij te maken had, was het betekenisvol op een, voor mij, uitdagende manier. Ik doel hierop de hoeveelheid ´huiswerk´.

Waar ik tegen aan ben gelopen is dat niet iedereen er het zelfde in staat als ik. Dat kan ik ook niet verwachten, maar wanneer ik iets voorbereid (en met mij een groot deel van de groep) en een klein deel dit niet doet én dus niet goed mee kan doen in de lessen, stoort mij dit. Want ook deze mensen kijken aan het eind van de minor een papiertje.

Verder:
Het laatste college, het college met een gast docent (zie blog ‘social media’) vond ik interessant. Het was niet ons meest effectieve college maar om even te luisteren naar iemand die heel dicht op de media zit, zet je toch weer even op ‘scherp’. Het gesprek ging over social media, wij mochten vragen stellen en deze werden beantwoord door een ‘specialist’.  Zijn antwoorden waren weliswaar van lange duur, maar er zat een kern van waarheid in. Het meeste wat mij hierbij is bij gebleven is: BIG BROTHER IS EVREYWHERE.
Tegenwoordig hangt er op bijna elke hoek van de straat wel een camera (bijna iedereen heeft een camera op zijn/haar mobiel). Iets waar ik toch wel erg van schrik. Je bent nergens meer ‘buiten beeld’ en het gevoel van privacy is ver te zoeken. Ik ben erg gesteld op mijn privacy en denk hier dan ook met enige regelmaat aan terug.


 Conclusie:
Ik heb een hoop meegekregen deze minor. Ik weet dat ik er qua vocabulaire nog lang niet ben, maar juist om de ‘lastige’ begrippen zelf nog eens weer te geven in een blog of door er over te praten is mij een hoop duidelijk geworden. Ook moet ik de lat niet zo hoog leggen voor mijzelf, ik kan soms best een stapje terug nemen.
Al met al een hoop geleerd dus. Ik vind tot slot het maken van deze glogster erg leuk! Dit is ook nieuw voor mij geweest en zeker voor herhaling vatbaar!


 

 

Democratie

Democratie
1 van de burgerschapspijlers

Definitie:
Encyclo:
http://www.encyclo.nl/zoek.php?woord=democratie

Hoe vindt u democratie terug in mijn glogster?
- U vindt democratie terug in de gezamenlijke glogster.
We hebben welliswaar gekozen voor de burgerschapspijl 'identitiet', maar Nerderland krijgt kleur heeft ook alles te maken met democratie. Wij leven nu in een Democratie, waarin iedere Nederlander rechten geeft en een eigen mening mag laten horen. Niets in ieder land is dit zo.

- Ook vindt u op deze glogster mijn mening terug over diverse onderwerpen en eigen ervaringen.
Zie o.a. blogs.


Dit is overigens wel een van de pijlers die ik moeilijk vind om te omschrijven en weer te geven op mijn profiel. Ik daag u dan ook uit, om zelf nog eens goed naar mijn glogster te kijken en zelf te oordelen HOE deze pijler terug te zien is.

Particitatie

Participatie
Participatie is 1 van de 3 burgerschapspijlers.
 
Definitie:
Enclyclo:
http://www.encyclo.nl/begrip/participatie
Sociaal cultureel planbureau:http://www.scp.nl/Onderwerpen/J_t_m_O/Maatschappelijke_participatie
 
Hierboven vindt u een aantal sites waar in de definitie van 'participatie' wordt weergegeven.

Hoe vindt u dit terug in mijn blog?
- Allereerst ziet u een aantal samenwerkingsverbanden.

De gezamenlijke blog, glogster en ook de site waarin alles van de minor wordt besproken en neergezet.
- De minor 'Media Pedagogiek' is een vorm van particitatie.

Deze minor is ook een vorm van participatie. Het is een zelfgekozen deelname, (ergens aan meedoen). Mee doen in de samenleving, samen willen leren, samen een doel willen behalen, samen werken, samen leren.
- Het deelnemen aan de maatschappij op andere manieren.
Zie filmpjes waarin ik kinderen interview, een sport en spel dag organiseer, deelneem aan een concert met mijn musical vereniging. Allemaal een vorm van participatie.

donderdag 11 april 2013

Kiezen


In deze fase maken de leerlingen de volgende stappen:

·         Geef met de gevonden informatie antwoord op de vragen (selecteren van informatie).

·         Geef antwoord in je eigen woorden (ordenen van informatie).

·         Verwerk de antwoorden op een poster (presentatie).

Contoleren van bronnen


Bibliotheek
Vaak werkt de school samen met een openbare bibliotheek in de buurt.
Bibliotheken hebben programma’s ontwikkeld om leerlingen wegwijs te maken.

De deskundige
We halen informatie bij een deskundige d.m.v. een interview.
De vaardigheden hiervoor sluiten aan bij de vragen van stap 2.

Internet
Er zijn twee soorten internetsites. Sites met primaire en secundaire informatie.
Sites met secundaire informatie (bijvoorbeeld startpagina’s) verwijzen door naar sites met primaire informatie (bijvoorbeeld wikipedia).
Er zijn twee criteria waaraan je kunt bekijken of een primaire site geschikt is: bruikbaarheid en betrouwbaarheid bepalen.

Bruikbaarheid bepalen
Om de bruikbaarheid van een bron te bepalen stelt een leerling zichzelf de volgende vragen
- Gaat de website echt over de informatievraag die ik gesteld heb?
- Is de website duidelijk en overzichtelijk?
- Is de website leesbaar?
Betrouwbaarheid bepalen
Autoriteit
-
Wie is de eigenaar van de site? Een commercieel bedrijf, een non-profitorganisatie, een onderwijsinstelling, een overheid of gaat het om iemands persoonlijke website?
- Wie is verantwoordelijk voor de (informatie op de) site?
- Wie is de auteur en wat zijn zijn/haar kwalificaties?
- Kan er contact met de auteur opgenomen worden?

Nederland krijgt kleur


Duurzaamheid
Nadine Dubbeldam, Anoek Broens, Barbra Matton, Jennifer Bijzet, Ramona Hertsworm

Onderwerp: Nederland krijgt kleur.
People/planet/profit
Multiculturele samenleving (people)

Pijlers:
Participatie, identiteit, democratie
Identiteit.

Stap 1 starten Gezamenlijk
Hoofdvraag: Hoe ontstaat een multiculturele samenleving?
Subvragen:
Welk culturen kent Nederland allemaal? Hoe zijn al die verschillende nationaliteiten in Nederland gekomen? Waarom zijn deze mensen naar Nederland gekomen? Wat voor een invloed heeft dit op onze samenleving?
Wat merk je direct/indirect van een multiculturele samenleving (feesten/geloven)?

Aanpak:
Hoe? Research op internet, boeken, etc.
Wat wordt er verwacht? De leerlingen maken in groepjes van 4 a 5 leerlingen een poster.
Hoeveel tijd? Ze krijgen hier 4 uur de tijd (twee middagen) voor.
Wat verwacht ik? Goede samenwerking, ontwikkelen zoekstrategie, creativiteit.

Stap 2 vragen Ramona
We maken gezamenlijk een woordweb. (Aanwezige kennis vaststellen).

Deelproblemen herkennen
Wat wist ik nog niet? (herkennen van punten waar ik nog niets over weet)

Hierbij verzinnen kinderen vragen (*hoe kom ik er achter?) zie hieronder.

Vragen die we hierbij kunnen stellen? (vragen formuleren)

Wat weet ik allemaal al?
Wat wil ik weten?
Waar ga ik zoeken?
Wat heb ik nodig?

Hoofdvraag: Hoe ontstaat een multiculturele samenleving?
Subvragen:
Welk culturen kent Nederland allemaal? Hoe zijn al die verschillende nationaliteiten in Nederland gekomen? Waarom zijn deze mensen naar Nederland gekomen? Wat voor een invloed heeft dit op onze samenleving?
Wat merk je direct/indirect van een multiculturele samenleving (feesten/geloven)?

Kinderen stellen vragen op voor hun poster.
Open vragen/gesloten vragen/ feiten/convergente/differgente en evalueerde vragen.

Mentale fase:
Voor leerkracht: belangrijk om kinderen positief te benaderen, complimenten geeft en op die manier stimuleert.


Stap 3 zoeken Nadine
In deze fase gaan de kinderen op zoek naar informatie. Daarbij worden twee hele belangrijke onderdelen aangeleerd en moeten de kinderen systematisch gaan werken. We borduren voort op de eerste aanzet tot de zoekstrategie bij starten en de specificatie bij vragen.

Zij maken twee keuzes:
1. Welke (verzamel)bronnen gebruik ik? (boeken, tijdschriften, deskundige personen, websites)
2. Welke zoekterm(en) gebruik ik?

 
Voor de leerkracht:
1. Het is belangrijk de kinderen kennis te laten maken met de verschillende bronnen. Daag ze uit om op zoek te gaan naar een expert, of boeken te zoeken in de bibliotheek. Dit zijn vaak kwalitatief hoogwaardige bronnen. Op internet komen er vele bronnen naar voren.

2. Bij een zoekmachine is het belangrijk dat de juiste termen gebruikt worden om dicht bij de informatie te kunnen komen. Laat de kinderen hier een overzicht van maken. Welke zoektermen kun je gebruiken voor deel vraag 1? En deelvraag 2? Etc.

 Organisatie
De organisatie bij deze stap richt zich op het aanleren welke bronnen juist zijn. Daarbij wordt er ook onderscheid gemaakt in de soorten bronnen. De soorten bronnen zijn hieronder systematisch weergegeven.

Werkbronnen (raadplegen)
Verzamelbronnen(overkoepelende bronnen, waar werkbronnen te vinden zijn)
Documenten (boeken, kranten, tijdschriften, deskundigen)
Websites
Bibliotheek (openbare bibliotheken, nationale bibliotheken, wetenschappelijke bibliotheken, digitale bibliotheken)
Musea
Mediatheek
Archieven, etc.

 

Formuleren van zoektermen
Zoektermen kunnen uit enkele woorden bestaan of samengestelde termen.
Bij het formuleren van zoektermen is van belang:

·         Wat past bij mijn opdracht?

·         Plaats het belangrijkste woord vooraan in de zoekopdracht.

·         Zorg ervoor dat je met dat ene woord alles te weten komt wat je wilt weten.

·         Selecteer woorden die geen extra woord nodig hebben om het woord te verduidelijken.

·         Maak gebruik van woorden die hetzelfde betekenen als jouw woord.

·         Gebruik geen woorden als: goedkoopste, leukste, etc.

·         Maak geen gebruik van hoofdletters en leestekens.

·         Wissel de volgorde van de zoektermen eens om.

·         Voor een eventuele groep 8: Zoeken in andere talen.

 
Bronvermelding
Geef als leerkracht aan, dat je van de leerlingen wilt weten welke zoekmachine en zoektermen zij gebruikt hebben.

Stap 4 vinden Anoek
Wanneer de kinderen klaar zijn met het zoeken naar bronnen moeten de kinderen zichzelf de volgende vragen stellen:


·         Hoe vind ik op die bron de informatie die ik nodig heb?

·         Wanneer is de informatie die ik gevonden heb betrouwbaar en juist?

·         Van wie is die informatie afkomstig?

·         Wanneer is het voldoende informatie?

 
Voor veel kinderen is dit de eerste stap. Met vage vragen en enkele trefwoorden vinden ze bij google een aantal sites waar die trefwoorden op te vinden zijn.
Voor een makkelijke vraag kan dit handig zijn maar er blijft wel veel belangrijke informatie ongevonden.


 Hou goed rekening met het feit dat iedereen, zonder toestemming, informatie op internet kan zetten. Dus controleer altijd of de informatie waar is.

 
Als leerkracht moet je zien te voorkomen dat kinderen op zoek gaan naar het antwoord wat zij verwachten en niet meer open staan voor onverwachte antwoorden op hun zoekvraag.

 
Wanneer de bronnen zijn gevonden is het de bedoeling dat de kinderen hun informatievragen specificeren en nieuwe informatievragen formuleren.
De kinderen moeten de teksten kunnen lezen, begrijpen, interpreteren, de inhoud ervan kunnen vergelijken, uit die inhoud de belangrijke informatie kunnen halen en die informatie in context kunnen plaatsen.
Belangrijk is dat de leerlingen bij deze stap alleen de ruwe informatie verzamelen. Bij de volgende stap gaan ze pas met hun informatie aan de slag.



Informatiebronnen gebruiken
Bibliotheek
Vaak werkt de school samen met een openbare bibliotheek in de buurt.
Bibliotheken hebben programma’s ontwikkeld om leerlingen wegwijs te maken.

De deskundige
We halen informatie bij een deskundige d.m.v. een interview.
De vaardigheden hiervoor sluiten aan bij de vragen van stap 2.

Internet
Er zijn twee soorten internetsites. Sites met primaire en secundaire informatie.
Sites met secundaire informatie (bijvoorbeeld startpagina’s) verwijzen door naar sites met primaire informatie (bijvoorbeeld wikipedia).
Er zijn twee criteria waaraan je kunt bekijken of een primaire site geschikt is: bruikbaarheid en betrouwbaarheid bepalen.

Bruikbaarheid bepalen
Om de bruikbaarheid van een bron te bepalen stelt een leerling zichzelf de volgende vragen
- Gaat de website echt over de informatievraag die ik gesteld heb?
- Is de website duidelijk en overzichtelijk?
- Is de website leesbaar?

Betrouwbaarheid bepalen
Autoriteit
-
Wie is de eigenaar van de site?
Een commercieel bedrijf, een non-profitorganisatie, een onderwijsinstelling, een overheid of gaat het om iemands persoonlijke website?
- Wie is verantwoordelijk voor de (informatie op de) site?
- Wie is de auteur en wat zijn zijn/haar kwalificaties?
- Kan er contact met de auteur opgenomen worden?

Inhoud
- Wat is het doel van de site? Vermaken, verkopen of informeren?
- Is de tekst van de site helder geschreven?
- Is de informatie passend bij jou zoekvraag en goed beschreven?
Zijn er verwijzingen naar andere sites of bronnen? Ook hierbij kunnen de autoriteitsvragen gesteld worden
Stap 5 kiezen Jennifer
De leerlingen hebben nu de benodigde informatie gevonden en bestudeerd. Met die informatie kunnen ze nu aan de slag. Er wordt een selectie gemaakt in de informatie om de bruikbare informatie te kunnen scheiden van de niet of minder bruikbare informatie.

Met de geselecteerde informatie kunnen de leerlingen nu ook zelf informatie produceren door in hun eigen woorden een samenvatting te maken die antwoord geeft op de gestelde vragen.

Het is in deze fase van de opdracht belangrijk dat de leerlingen zich al een beeld hebben gevormd over hoe hun eindproduct eruit moet komen te zien.

 
Aanpak.
De leerlingen gaan kijken of de informatie die zij hebben gevonden, antwoord kan geven op de gestelde vragen. Het is belangrijk dat de leerkracht ondersteunt bij het bepalen of de gevonden informatie de vragen kan beantwoorden.

De informatie wordt naast de vragen neergelegd om te zien of de bronnen daadwerkelijk antwoord geven. Hierdoor lezen de leerlingen de informatie beter om de bruikbare informatie te selecteren.

 Organisatie.
De volgende stap is het ordenen van de informatie. De leerlingen geven, zo veel mogelijk in hun eigen woorden, antwoorden op de vragen aan de hand van de geselecteerde informatie. Deze antwoorden verwerken de leerlingen in Word of schrijven het op, zodanig dat zij er een poster van kunnen maken. Hierbij wordt er ook een beroep gedaan op de creativiteit van de leerlingen. Er mag natuurlijk fotomateriaal bij gebruikt worden.

 
Wat doen de leerlingen.
In deze fase maken de leerlingen de volgende stappen:

·         Geef met de gevonden informatie antwoord op de vragen (selecteren van informatie).

·         Geef antwoord in je eigen woorden (ordenen van informatie).

·         Verwerk de antwoorden op een poster (presentatie).

 
Voor de leerkracht.
In deze fase moet er een moment zijn waar de leerkracht een tussenbeoordeling, en eventueel bijsturing,  kan geven over de gevonden informatie. Door aan de leerlingen te vragen waarom zij voor deze informatie hebben gekozen, maak je de leerlingen bewust van hun keuze (gevoel: duidelijkheid). Er wordt dan aandacht besteed aan de motivatie van de leerlingen om kritisch naar hun werk te blijven kijken. De concentratie ligt nu niet meer bij het zoeken en vinden van informatie, maar bij het gebruiken van de geselecteerde informatie voor het eindproduct, de poster.

 

Stap 6 terug kijken Barbra

Aanpak:
De leerlingen kijken terug of de tijd die ze in het project gestoken hebben voldoende is geweest, ook kijken ze naar de effectiviteit van de lesopdracht. Voldoet het aan de eisen van de leerkracht?
 
Organisatie:
De evaluatie is het beste als het op papier aan de hand van vragen gebeurd. Zo kan je van te voren voor iedereen dezelfde vragen vaststellen.

 Gereedschap:
Naar aanleiding van het PVA kijken de leerlingen of het eindproduct is geworden zoals ze van te voren hadden bedacht. Waarom wel/waarom niet?

 

 

woensdag 10 april 2013

Normen en waarden

Wat zijn normen en waarden?Waarden zijn opvattingen, die een groep mensen belangrijk vindt. Bij waarden kun je denken aan termen als 'rekening houden met elkaar' of 'respect hebben voor het eigendom van anderen'. Normen zijn regels die uit waarden voortkomen. Zo hoort bij de waarde 'rekening houden met elkaar' de norm (regel), dat je in de tram opstaat voor oudere mensen. Die regel staat nergens beschreven, maar is toch bij iedereen bekend. Bij de waarde 'respect hebben voor het eigendom van anderen', horen de formele, geschreven wetten, die diefstal of vernieling verbieden.

Regels zijn bedoeld om problemen te voorkomen. Als een regel bepaalt of iets wel of niet mag, hoeven mensen er geen ruzie over te maken

Verschillen
Regels, normen en waarden zijn niet altijd en overal hetzelfde. In het ene land moet iedereen links rijden om geen ongeluk te krijgen, in het andere land rechts. In de ene school mag je wel je pet op, in de andere school niet. In Nederland zijn ook regels vastgesteld, die voor iedereen gelden. Dat zijn de wetten van een land. De belangrijkste wet is de Grondwet. Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten, die voor alle inwoners van Nederland gelden. Deze regels zijn vastgesteld door de regering, die bij het opstellen van wetten wordt gecontroleerd door de Tweede Kamer.

Rechten en plichtenDoordat er regels bestaan heb je plichten, maar ook rechten. En regels kunnen mensen ook beschermen. De regel is bijvoorbeeld, dat je onder de 16 jaar geen
alcohol mag kopen en onder de 18 jaar alleen zwak alcoholische drank, dus geen sterke drank. Het is een verplichting aan winkeliers en horeca-uitbaters mensen onder die leeftijdsgrenzen het verstrekken van drank te weigeren. Maar als iemand dronken tegen jouw fiets aan rijdt, ongeacht zijn of haar leeftijd, dan heb jij het recht om die persoon
aan te geven.


Deze leeftijdsgrens wordt wéér verhoogd, nu naar een leeftijd van minimaal 21 jaar. Wat vind jij hier van? Ik hoor graag jouw mening!
Verder..
Leuk filmpje:
Cabaret!
http://www.youtube.com/watch?v=9TdMFTCi1o8

maandag 8 april 2013

Social media


Donderdag 4 april 2013

Vandaag hebben we een ‘soort’ gastcollege gehad. Ik schrijf ´soort´ omdat dit op een manier werd gedaan, dat helemaal aansluit op de minor ´Media Pedagogiek´. We hebben namelijk ge-facetimed met
Francisco van Jole! 
Wie is Francisco van Jole?
Francisco van Jole is initiatiefnemer en eindredacteur van Joop. Hij publiceerde in onder meer De Volkskrant als eerste journalist over de opkomst van internet. Voor de TROS presenteerde hij het programma Radio Online. Voor de VARA verzorgde hij de media-column in het tv-programma De Leugen Regeert.
Bron: www.joop.nl

Gesprek/vragen:
Voordat wij met hem in gesprek gingen hebben wij een aantal vragen bedacht. Deze vragen moesten gericht zijn op social media. Voor deze vragen hebben wij o.a. de website JOOP. (zie bron ‘Wie is
Francisco van Jole?’)  moeten bekijken voor eventuele inspiratie. Ik zoom graag in op mijn vraag.

Mijn vraag (zie laatste regel)
Hoe zie u de invloed van social media over 10 jaar m.b.t. opvoeding van leerkracht/ouder?

Zijn antwoord was vrij breed, maar het kwam erop neer dat internet en social media een grote impact heeft op onze manier van doen en laten (dus ook opvoeding). Internet is overal!

Vervolgvraag:
Is er nog een vorm van privacy?

Zijn antwoord heb ik niet opgeschreven op dat moment, maar komt op het volgende neer. Vroeger was er nog iets van privacy. Als je je op je kamer opsluit met de gordijnen dicht, zal je nog enige vorm van privacy hebben… Tegenwoordig is ‘big brother’ overal!
Verder vond ik het gesprek een leuke ervaring. Wel vond ik onze gast wat lang van stof, maar hij gaf zelf aan, dat dit een ‘kenmerk’ is van aan journalist.
Het communiceren kan tegenwoordig op zoveel verschillende manieren. Telefoon (bellen/smsen) skypen, chat, facetime, etc. Graag jouw mening over de volgende stelling!

Stelling:
Deze vormen van communicatiemiddelen zijn bevorderlijk voor onze sociale contacten?


vrijdag 5 april 2013

Identiteit

Identiteit
1 van de burgerschapspijlers
 

 
Identiteit:
Tijdens het maken van onze gezamenlijke glogster (Zie gezamenlijke glogster) hebben wij een van
de burgerschapspijler moeten verwerken. Ons onderwerp is ´Nederlands krijgt kleur´. Hieronder vonden wij de burgerschapspijler ´identiteit´ goed passen.


Waarom?
Nederlands krijgt kleur heeft alles te maken met de kleurrijke maatschappij waar we in leven. Diverse culturen zie je terug in ons land. Iedere burger heeft zijn/haar eigen identiteit.

Ik vind het
belangrijk dat je deze ontwikkelt, zodat je integreert in de Nederlandse maatschappij, participeert (mee doet) en tegelijkertijd je eigen mening kan laten horen (Denk aan onze democratie).

Ook in de klas zie je diverse identiteiten terug komen. Je leert van je thuisomgeving (gezin), schoolomgeving, vrienden en alles wat jij in je dagelijkse leven tegen komt. Kinderen zijn beïnvloedbaar en zeker in de basisschooltijd erg gevoelig voor veranderingen of hypes. Denk bijvoorbeeld aan het pesten over internet. Hierover kunt overigens veel actuele informatie vinden op onze gezamenlijke blog (wordpress).
 
Wat is identiteit?
Hieronder vindt u een aantal sites die dit heeft uitgeschreven:
Encyclo:
http://www.encyclo.nl/begrip/identiteit
Carrieretijgers: http://www.carrieretijger.nl/carriere/zelfonderzoek/carriereswitch/identiteit

Mijn definitie?

Natuurlijk kennen we allemaal de ID-kaart (waar je jezelf kan identificeren). Waar al jouw persoonlijke gegevens op staan, zoals je volledige naam, leeftijd, geboorteplaats en jaar, etc. Informatie over jouw afkomst. Ook vind ik dat identiteit wordt gevormt door jouw normen en waarden (zie blog 3 'normen en waarden'). Hoe jij in de wereld staat, hoe jij denkt over dingen en hoe jij handelt maakt jou tot de persoon die je bent. Dit, vind ik,  hoort tot jouw identiteit.

Waarmee kun je je identificeren?
Rijksoverheid:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/paspoort-en-identificatie/vraag-en-antwoord/met-welke-identiteitsbewijzen-kan-ik-mij-identificeren.html

Je bent verplicht je kunnen te identificeren bij de volgende mensen:
Rijksoverheid:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/paspoort-en-identificatie/identificatieplicht
Houd dus altijd je ID/rijbewijs bij de hand!

Kun je identiteit veranderen?
Ja, ik vind van wel. Je kunt identiteit veranderen wanneer je gedrag veranderd en je blik op de wereld anders wordt. Hoe jij je presenteerd, hoe jij denkt en doet, vormt jouw identiteit. Sommige dingen zoals geboorteplaats/jaar, land, geslacht zijn hierin niet te veranderen.
 
Hoe komt deze burgerschapspijlen terug in mijn glogster?
De glogster geeft een stukje van mijn identiteit weer. U kun via verschillende site meer informatie te weten komen (en over wat ik doe en mee bezig ben). Verder heb ik foto's geplaatst, filmpjes en de opmaak van de site gemaakt. Dit alles maakt mij tot een uniek persoon. Onderdeel van mijn identiteit.

Digitale lesplan(TPACK)

Het digitale lesplan vindt u onder de gezamenlijke glogster.
Deze staat o.a. in het roze weergegeven op mijn glogster.


Deze glogster gaat over ´Nederland krijg kleur´. Ook is in deze glogster TPACK verworwen.

Samenwerking met (medestudenten):
Jeniffer, Barbra, Anoek en Nadine gemaakt.

Foto's

 
Eerste dag van de minor 'Media Pedagogiek'.
Ook vind ik het erg leuk om te tekenen. Hieronder een aantal animaties (op de computer gemaakt).

Ramona                                                  Oma
 
 
 
Musical (musical vereniging Starlight Boulevard, zie 'wat doe ik?'

 

 
 
Ook heb ik, samen met mij vriend, een vogel. Ze heet Peanut en we doen veel samen...

    Samen op de foto.





Samen huiswerk maken.


en.. samen tanden poetsen.








Filmpjes


Hieronder vindt u een aantal filmpjes van mij óf filmpjes gemaakt dóór mij.

Eind project MBO KCA (kunst cultuur en amusement)
http://www.youtube.com/watch?v=mi4gN8X6HEI

Samen met een medestudent hebben we een les Engels ontwikkelt. We zijn hiervoor geinspireerd door de methode 'Take it easy'.
Deel 1:
http://www.youtube.com/watch?v=EAbd3j5jsDc
Deel 2:http://www.youtube.com/watch?v=Q5Wzq0I05A8
Deel 3:http://www.youtube.com/watch?v=T2UdPSRGECM

Wie ben ik?

Voornaam: Ramona
Achternaam: Hertsworm
Leeftijd: 22 jaar
Geslacht: Vrouw
Status: Relatie
Werk/studie: Ik zit in het 3e van de PABO-leraarbasis onderwijs aan Windesheim Flevoland te Almere. Daarnaast zit ik in de OC (onderwijscommissie) en verleen ik 'extra handen in de klas', een project dat vanuit de PABO opgezet.
Hobby's: Ik zit bij de musical vereniging Starlight Boulevard (Zie 'wat doe ik' voor meer informatie).

Website: https://www.facebook.com/Ramonahertsworm?ref=tn_tnmn

Wat doe ik?


Dit jaar zit ik 4 jaar bij de musical vereniging Starlight Boulevard.
Een plek waar ik lekker mij ´ei´ in kwijt kan.
Hieronder vindt u de website. Ik raad aan eens een kijkje te nemen.
Benieuwd hoe ik zing? Met een beetje zoeken, ben ik te vinden!

http://www.starlight-boulevard.nl/